woensdag 9 mei 2012

It Came From Cold War America, Chapter 5: Alien invasion movies





Been busy a lot the last few days (partially thanks to Game of Thrones, which is somewhat addictive) , and I didn't get to see any movies to critique. There's also little interesting movie news worthy of commenting on, plus I'm still working on the archives. Therefore, I thought I might as well take the time to post another chapter of my paper It Came From Cold War America, for it's been a while since I last posted a piece of this work, and I do like to finish what I started. It's still in Dutch. Sorry. But hey, there's neat pictures of old movie monsters to make up for it!



Chapter 5: Alien invasion movies

Paragraaf 5.1: Definitie subgenre

Het alien invasion subgenre lijkt eenvoudig te definiëren. In een eerste genredefinitie draait het om een buitenaardse macht die naar de Aarde komt om haar te veroveren en haar inwoners te onderwerpen dan wel te vernietigen. In veel gevallen is dit correct, maar er zijn uitzonderingen die wel degelijk onder dit subgenre geschaard moeten worden. Niet alle aliens hebben boze bedoelingen. Integendeel, er zijn er bij die het beste met ons voor hebben, en ons willen waarschuwen voor onszelf en onze vernietigingsdrang. Naar deze aliens wordt zelden geluisterd: de mensen – of beter gezegd Amerika, aangezien de aliens altijd hier belanden – reageren met dezelfde argwaan en haat waarmee zij elkaar (andersdenkenden, non-conformisten) bezien, waarop de consequenties hun eigen schuld zijn. Wat dat betreft is dit subgenre reflexief: het stelt zowel vragen over de manier waarop met outsiders wordt omgegaan als over ons eigen gedrag. Deze uitzonderlijke films zijn left-wing (zie hoofdstuk 3), en proberen het publiek te overtuigen dat de paranoia in deze periode niet terecht was, in tegenstelling tot de meer conventionele right-wing films van dit subgenre, waarin de mensheid de totale vernietiging door de hand van de indringers boven het hoofd hangt1.
Een treffend voorbeeld van left-wing sciencefiction is The Day the Earth Stood Still -sounds familiar, eh? -  waarin een alien de mens komt waarschuwen voor zijn paranoia en strijd met andere naties, die een bedreiging vormen voor de intergalactische vrede: vervolgens wordt hij neergeschoten, opgejaagd en gedood, aangezien men zo bang is voor de mogelijkheid dat deze ene alien negatieve bedoelingen koestert dat men het risico liever niet neemt. Voor hij sterft stelt hij de mensheid een terecht ultimatum: leer in vrede te leven, of de Aarde wordt vernietigd teneinde de bedreiging die zij vormt voor andere planeten op te heffen (dus toch een soort van invasie). Een harde boodschap, maar geenszins onbegrijpelijk na de menselijke reacties die hij moest ondergaan.
Uitzonderingen daargelaten, de meeste aliens in de films uit dit subgenre hebben wel degelijk het slechtste met de mensheid voor. De Aarde moet hun planeet worden, en de mensen moeten verdwijnen of onderwerpen worden. In zo’n geval kan terecht van invasie gesproken worden. Niet alle aliens rukken echter uit met groot materieel. In sommige gevallen is het zelfs de vraag of er wel sprake is van een invasie. Wat te denken van het monster in The Blob? Dit “wezen” komt naar de Aarde en groeit door mensen te verslinden. Het is geen denkend creatuur, en misschien niet eens een levensvorm: het groeit domweg ten koste van andere levensvormen.
Ongeacht zulke uitzonderingen reken ik elke film uit de periode 1950-1959 die gaat over aliens die naar de Aarde komen, met welke bedoelingen dan ook, onder het alien invasion genre. Mijn voornaamste blik is gericht op de wetenschap in het subgenre, niet op een precieze afbakening van het subgenre, als dit zelfs al mogelijk is. In ieder geval hoop ik wel duidelijk gemaakt te hebben dat de term 'invasion’ niet te letterlijk genomen moet worden, maar dat het enige flexibiliteit vereist.
Dit subgenre is een product van de vijftiger jaren - in de filmindustrie althans, in sciencefictionliteratuur bestond het al langer2 - en had zodoende weinig tijd om haar specifieke genreconventies te construeren. Door een effectieve herhaling van semantische kenmerken als ruimteschepen (voornamelijk schijfvormig), aliens en een hoog aantal special effects maakte het zich echter herkenbaar als apart subgenre3. Bovendien werd het een boegbeeld van het sciencefictiongenre als geheel. Desondanks heeft dit subgenre een sterke band met het horrorgenre. Het verschil met dit genre zit hem in de schaal: dikwijls vallen de aliens de mensheid aan en zaaien zij dood en verderf op een schaal die ongeëvenaard is in horrorfilms (althans in deze periode)4. Voorts, waar de monsters in horrorfilms geassocieerd worden met bovennatuurlijke kenmerken, worden de aliens doorgaans geassocieerd met hun technologie: hun kracht schuilt in hun wetenschappelijke peil, een niveau waar menselijke wetenschap schril bij afsteekt. Desondanks worden ze meestal koud en emotieloos neergezet, als typisch on-menselijk. Sobchack duidt dit als de reden dat ze meestal in kleine typische Amerikaanse dorpjes of andere identificeerbare settings landen, waar hun afwijking van de Amerikaanse norm het best tot uiting komt, en blijkt hoe sterk ze de huiselijke stabiliteit kunnen verwoesten5 (zoals in Invasion of the Body Snatchers sterk het geval is).



De meeste films in dit genre waarin de aliens de boosdoeners zijn volgen een strakke narratieve formule. De protagonist is een aantrekkelijke man, vaak een wetenschapper, die als eerste met de indringers geconfronteerd wordt. Hoewel hij aanvankelijk niet geloofd word door de gemeenschap, maakt dit ongeloof al snel plaats voor angst als de indringer zich laat gelden. Vervolgens moet de samenleving als eenheid terugslaan (communal solidarity)6, geleid door een verbond van wetenschappers en militairen, die uiteindelijk de indringers met succes weten terug te drijven of te vernietigen. Lucanio noemt deze formule de klassieke tekst7. Als voorbeelden voor deze formule kunnen Earth vs.the Flying Saucers, Invaders From Mars en The War of the Worlds genoemd worden. Uitzonderingen op deze formule zijn aan te treffen, maar in de minderheid. Dit komt voornamelijk door het feit dat deze formule in de eerste helft van de jaren vijftig een succes was waarvan de studiobazen verzekerd wilden blijven. Hierdoor werd de formule in korte tijd uitgemolken.

Paragraaf 5.2: Wetenschap in alien invasion movies

Wetenschap uit zich in het alien invasion genre op twee fronten. Het eerste is de menselijke wetenschap, het tweede de buitenaardse wetenschap. Beide vormen van wetenschap staan symbool voor opvattingen over wetenschap die in de jaren vijftig aanwezig waren. Ze zijn echter niet uitsluitend te typeren als ‘menselijke wetenschap is goed’ en ‘buitenaardse wetenschap is fout’. Het ligt gecompliceerder dan dat. Dikwijls speelt er een wisselwerking tussen beide vormen. Hier speelt weer de vraag welke intenties de aliens koesteren.
Als de aliens zuiver uit zijn op het veroveren van de Aarde, is de menselijke wetenschap doorgaans een positieve factor, die de mensen ondersteunt in hun strijd tegen de indringers. In films waar sprake is van een grootschalige invasie, gaat wetenschap een nauwe coalitie aan met het militaire apparaat, als teken van sociale eenheid. In deze symbiotische relatie is wetenschap de dominante factor: haar bedachtzame en nauwkeurige analyses van de indringers beslissen welke acties ondernomen dienen te worden. Hoewel de eerste reactie van de legerbonzen inhoudt alle denkbare wapens - het liefst atoombommen - tegen de indringers in te zetten, geven wetenschappelijke besluiten de doorslag. Pas als alle andere mogelijkheden gefaald hebben, geeft de wetenschap weifelend haar goedkeuring aan het gebruik van atoomwapens. Deze hebben echter nooit effect. Hierop is het aan de wetenschappers, doorgaans de protagonisten, om een laatste redmiddel te produceren: meestal slagen zij hierin, een zeldzame uitzondering als The War of the Worlds daargelaten (zie casestudy 1).
In films die invasies kleinschaliger aanpakken is het echter niet noodzakelijk dat de wetenschappers per definitie aan de kant van de mensheid staan. In het hele genre door spreken de wetenschappers hun bewondering voor de technologische capaciteiten van de aliens uit, welke ver boven die van de mensheid staan, ongeacht de verwoesting die zij aanrichten8. In enkele gevallen, vooral in de meer right-wing films van het genre, mondt die bewondering uit in ondermijnend gedrag, waarbij wetenschappers de alien een hand boven het hoofd houden om hem te bestuderen en kennis op te doen. Dit resulteert in verlies van levens en een vergroting van het gevaar dat de aliens voor de samenleving vormen. Hier is opnieuw The Thing from Another World een treffend voorbeeld, maar ook in Earth vs. the Flying Saucers en zelfs de left-wing The Day the Earth Stood Still bewonderen wetenschappers de aliens, hoewel het bij de laatste niet tot rampspoed leidt.
De indringers zijn meestal afhankelijk van hun technologie en gaan er een symbiose mee aan. Hierdoor worden zij koud en gevoelloos, net als de technologie zelf. Noonan beschrijft ze als ‘superior to the people of Earth in mental abilities and scientific know-how, but deficient in the essential humanity that defines the human race9. Deze aliens hebben geen ethiek en kennen geen schroom over de verschrikkingen die zij veroorzaken met hun technische vaardigheden. Hierin verschillen zij van de mensen die hun technologie wel degelijk met moreel besef gebruiken, en in het geval van atoombommen zelfs met wroeging. Zo worden ze duidelijk tegenover de mensen geplaatst, als inhumane wezens die geen moraliteit hebben en ons komen vernietigen, waardoor het publiek zich meer identificeert met de mensen en hoopt dat de indringers verliezen (wat meestal ook gebeurt).



Tegenover de vernietigende indringers staan echter de welwillende wezens die het beste met de mensheid voor hebben. In deze left-wing films staat wetenschap vaak lijnrecht tegenover het leger, in tegenstelling tot de bovenstaande variatie op het genre. Het leger wordt hier meestal neergezet als een autoritair samenraapsel van ijzervreters die voor alle zekerheid de aliens eerder willen doden dan naar ze te luisteren. Hier tegenover staan de wetenschappers die wel oor hebben voor hun boodschap, hetzij omdat de belofte van vrede ze aanspreekt, hetzij omdat ze onder de indruk zijn van de technologie van de aliens. Wetenschap en de intellectuele elite worden hier beschouwd als het verstand van de mensheid, een bron van rationaliteit, die de boodschap van een glorieuze vreedzame toekomst omarmt10. Het sterkste voorbeeld is The Day the Earth Stood Still, maar ook in Red Planet Mars en It Came From Outer Space speelt dit thema, alsmede in Invasion of the Body Snatchers (waar de boodschap juist als iets negatiefs wordt gezien).
De acties van het intolerante leger dwingen de welwillende aliens vaak hun boodschap met een demonstratie van hun kunnen kracht bij te zetten. Deze aliens verachten geweld, maar schuwen het niet in noodgevallen, en hebben wel degelijk de technologische kennis om op grote schaal vernietiging aan te kunnen richten. Verder dan dreigementen komen ze niet, omdat de wetenschappers en hun mores hen doen inzien dat de mensheid wel degelijk potentieel heeft, en dus een tweede kans verdient. Hierop verlaten ze de Aarde om de mensheid tijd te geven na te denken over hun boodschap. In zoverre is wetenschap ook in deze variant van het subgenre de redder van de mensheid.

Casestudy 1: The War of the Worlds

The War of the Worlds is haast prototypisch te noemen wat betreft narratie, en voldoet aan de meeste factoren die Lucanio stelt in de klassieke tekst. Bovendien vervult het alles wat men bij de term alien invasion film verwacht. Globaal gezegd draait het om een invasie op Aarde door Marsbewoners die de planeet voor zichzelf willen hebben en daarvoor de mensheid trachten uit te roeien. De mensheid probeert daarop terug te slaan, waarbij wetenschap en het leger de handen ineen slaan. Onder leiding van een scientist hero wordt de vijand bestudeerd en bestreden. Opmerkelijk is dat dit in deze film tevergeefs is, aangezien geen enkele menselijke uitvinding de indringers kan weerstaan, in tegenstelling tot in de meeste andere alien invasion films waar dit wel lukt (Invaders from Mars, Earth vs. The Flying Saucers, etc.). Slechts door blootstelling aan Aardse bacteriën, in deze film beschreven als ‘the littlest things which God in His wisdom had put upon this Earth’11, gaan de aliens ten onder. In dit geval wordt de mensheid gered door goddelijk/natuurlijk ingrijpen, en niet door wetenschap.



Wetenschap komt er in deze film niet al te best vanaf. Het voldoet niet aan de verwachtingen die men er van heeft, aangezien het tot niets leidt in het gevecht met de aliens. De mensheid vertrouwt op de wetenschap om wapens te maken waarmee de indringers doeltreffend bestreden kunnen worden, maar geen enkel wapen blijkt enig effect te hebben. Zo faalt het bondgenootschap tussen leger en wetenschap in hun taak de mensheid te beschermen en de aliens terug te drijven. Wetenschap is voornamelijk goed voor verwoesting: alle mogelijke wapens worden ingezet tegen de Martianen, maar niets helpt. Zelfs de atoombommen berokkenen meer schade aan de mensen zelf dan aan de vijand. Ondertussen gaat de wereld kapot aan het gebruik van wapens: steden liggen in puin, en de mensen vluchten door kale, geschroeide landschappen. In de opening van de film wordt deze gedachte ondersteund: we zien een reeks beelden gemonteerd als een evolutie van wapens, steeds krachtiger (beginnend bij simpele tanks en mitrailleurs, uiteindelijk culminerend in een atoomexplosie), waarover de stem van de narrator klinkt:

In the First World War, and for the first time in the history of man, nations combined to fight against nations using the crude weapons of those days. The Second World War involved every continent on the globe, and men turned to science for new devices of warfare, which reached an unparalleled peak in their capacity for destruction. And now, fought with the terrible weapons of super-science, menacing all mankind and every creature on the Earth, comes the War of the Worlds!’12 [my italics]

Ook de wetenschap van de aliens wordt gebruikt voor verwoesting. Na duizenden jaren technologische vooruitgang heeft de Martiaanse wetenschap een hoogontwikkeld arsenaal aan wapens geschapen, uitermate geschikt voor grootschalige verwoesting. De aliens zijn typische buitenaardse booswichten van de vijftiger jaren: ze zijn koud, emotieloos en meedogenloos. Ze laten zichzelf nauwelijks zien, maar hun aanwezigheid gaat niet onopgemerkt als ze in oorlogsmachines rondvliegen, en daarbij alle mensen die ze tegenkomen uitroeien. Hun oorlogsmachines hebben wel wat weg van de typische UFO’s die in de jaren vijftig in groten getale werden ‘waargenomen’. Ze zijn niet honderd procent schotelvormig, maar bestaan hoofdzakelijk uit ronde vormen, zijn egaal zilvermetalig met weinig detail, ze maken laag zoemende geluiden en hebben groene belichting (wat connotaties oproept met de stereotype ‘little green men’; de beste Nederlandse vertaling, ‘marsmannetjes’ verliest deze connotatie helaas): hierdoor hebben ze een onaardse, dreigende uitstraling. Het ontwerp van deze machines haakt in op de negatieve connotaties die doorgaans met vliegende schotels werden gemaakt in de jaren vijftig, die werden gezien als mogelijke voorbodes van een buitenaardse invasiemacht.
Hoewel de indringers mentaal gezien hoogontwikkeld zijn, zijn ze lichamelijk gezien juist onderontwikkeld: ze zijn klein van gestalte met onderontwikkelde ledematen - uitgestrekte, dunne, ongezond ogende armen, hun benen krijgen we niet te zien - maar met een enorm hoofd, alsof de druk van hun grote hersenen hun lichaamsbouw ineen heeft doen schrompelen. Zeker is dat ze niet helemaal uit organisch materiaal bestaan: hun hoofd bezit een uit drie gekleurde vlekken opgebouwd mechanisch ‘oog’, waarmee ze in een ander spectrum zien dan mensen. Het lijkt alsof de aliens deze technologie in hun lichaam hebben ingebouwd. Gezien het negatieve imago van wetenschap in deze film is het niet ondenkbaar dat dergelijke technologische ingrepen hen koud en emotieloos hebben gemaakt; door de opbouw van hun ogen hebben ze ook geen gelaatsuitdrukking, waardoor het moeilijk is gevoel aan hen toe te kennen. Door het verwerken van technologie in hun lichaam is hun natuurlijke ontwikkeling, en daarmee hun emotioneel spectrum, verstoord en afgebroken.




Opmerkelijk is de haast symbiotische relatie die de indringers met hun technologie aangaan: zonder hun technologie zijn ze zwak en makkelijk te verslaan, maar in hun oorlogsmachines zijn ze onbereikbaar en onoverwinnelijk. Zoals zij techniek in zichzelf verwerkt hebben, zo neemt hun technologie lichamelijke eigenschappen van hen over: hun opsporingsapparaat heeft dezelfde drie-ogige prismatische uitstraling als hun eigen hoofd, en hun oorlogsmachines hebben een zelfde platte opbouw als hun eigen schedeldak. Hun machines worden bestuurd door een brandstof die door de scientist hero getypeerd wordt als bloed. Zowel hun technologie als zijzelf hebben biomechanische eigenschappen, wat uiteindelijk leidt tot hun ondergang, aangezien beide niet bestand zijn tegen bacteriën13. De representatie van wetenschap in deze film, negatief als deze is, toont ons de Martiaanse samenleving als een cultuur die in lichamelijk en moreel verval is geraakt door technologische ontwikkeling. Doordat de wezens te ver gingen in hun wetenschappelijke ontwikkeling zijn ze te afhankelijk geworden van techniek, en is hun weerstand tegen natuurlijke processen afgebroken. Uiteindelijk schiet ook hun vertrouwen in wetenschap tekort als ze ten onder gaan aan gewone microben. Hun verslaving aan technologie heeft hen de das omgedaan.
De Martianen zijn het ultieme voorbeeld van het kwaad waartoe wetenschappelijke ontwikkeling kan leiden: een immoreel ras dat genocide niet schuwt voor haar eigen doeleinden. Met hun wapens vormen ze een bedreiging voor de hele mensheid, met mogelijk een uitzondering… Hoewel vermeld wordt dat mensen over de hele wereld (de VS, Engeland, India, Zuid-Amerika) verslagen worden, wordt echter niets gezegd over het lot van de Sovjet-Unie. Dit wekt argwaan op. Men kan geneigd zijn parallellen te trekken tussen de Russen en de wezens van Mars14. Beiden worden geconnoteerd met de kleur rood, de Russen op ideologisch gebied (de symbolische waarde van de kleur rood in de communistische doctrine), de Martianen vanwege de kleur van hun thuis, de Rode Planeet, alsmede hun eigen lichaamskleur in deze film. Bovendien zijn de Martianen koel en emotieloos: eigenschappen die men in Amerika in anticommunistische propaganda ook de Russen verweet.
Hoewel ook de menselijke wetenschappers in deze film hun kennis benutten om wapens te bouwen, worden zij toch sympathieker geportretteerd. Zij gebruiken logica en rationaliteit om situaties te analyseren. De scientist hero, dr. Forrester (Gene Barry) komt op het eerste gezicht emotieloos en star over, typisch voor wetenschappelijke protagonisten van Lucanio’s klassieke tekst: hij lacht zelden, en gedraagt zich koel en berekenend. Wat dat betreft heeft hij wel wat weg van de indringers. Misschien impliceert de film dat we onze eigen wetenschappers maar goed in de gaten moesten houden voor we net zo ver gaan met technologische ontwikkeling als de Martianen… Desondanks beschikt Forrester toch over enige charme en liefde voor zijn vrouwelijke metgezel Silvia (Ann Robinson): hij beschermt haar van de bedreiging van de wezens en troost haar als ze bang is. In de film treffen we hem het eerst aan terwijl hij met zijn collegae aan het vissen is. Door een dergelijke activiteit kan het publiek zich toch met hem identificeren: hij is niet de vreugdeloze wetenschapper die hij op het eerste gezicht lijkt, hij is niet slechts bezig met onderzoek, maar weet de simpele geneugtes van het leven te waarderen. Ook voor een square dance is hij niet bang. Maar als de gelegenheid zich voordoet kruipt hij snel terug in zijn wetenschappelijke schulp, als koele, leergierige onderzoeker, met weinig vertoon van emotie.
De kans voor analytisch wetenschappelijk onderzoek doet zich voor als tijdens de square dance de stroom uitvalt, en bovenal alle technologie (waaronder horloges) stopt te werken. Forrester begint meteen de oorzaak rationeel te onderzoeken, en komt tot de conclusie dat er een sterk magnetisch veld in de buurt is. In een korte expositiescène legt hij de werking van magnetisme uit aan de omstanders, en tegelijk aan het publiek: zo leert de toeschouwer ook nog wat (deze educatieve vorm van expositie werd al genoemd in paragraaf 4.3).



Als blijkt dat de Martianen geland zijn, wordt het leger erbij gehaald. In deze film werkt de wetenschap nauw samen met het leger, waarbij wetenschap dominant is. Het leger onderneemt niets zonder eerst naar wetenschappelijk advies te luisteren. De wetenschappers, onder leiding van Forrester, volgen de voortgang van de bestrijding van de aliens, en geven de legerbonzen advies voor hun tegenaanvallen. Helaas blijkt niets te werken: zelfs de atoombom, het machtigste wapen dat menselijke wetenschap heeft voortgebracht, haalt niets uit. Vervolgens is het aan Forrester en zijn collegae de taak om via gedegen studie van de indringers een middel te vinden om ze te verslaan. Na een confrontatie met de Martianen komt Forrester op de proppen met bloedmonsters en een stuk technologie. Onmiddellijk beginnen de wetenschappers deze aanwinsten te analyseren in de hoop een middel te kunnen vinden om de vijand te verslaan. Ondanks hun eerdere tegenslagen, die erop wijzen dat wetenschappelijke analyse niet het middel is om deze strijd te winnen, koesteren de wetenschappers hoop dat ze nog betere, destructievere wapens kunnen ontwikkelen.
Helaas ziet de man-in-de-straat dit anders. Als blijkt dat de atoombom, toch het ultieme wapen van de mensheid, niets uitgehaald heeft breekt er paniek uit. Chaos en plundering zijn het gevolg. Als de wetenschappers de stad willen verlaten, worden ze door de bange massa onder de voet gelopen. Hun spullen worden vernietigd en zijzelf worden hardhandig aan de kant geduwd. Forrester probeert de massa uit te leggen wie ze zijn en wat ze voor de mensheid kunnen betekenen, maar hij wordt neergeslagen. De mensen hebben geen oren voor wetenschappelijk gebrabbel en hebben hun vertrouwen in de wetenschap verloren. Zo geeft The War of the Worlds een vrij fatalistische kijk op wetenschap: als het erop aan komt staat de wetenschap machteloos, en verliest de mensheid zijn vertrouwen in wetenschappelijke capaciteiten. Wetenschap kan de mens niet redden van de ondergang: slechts een wonder kan dit nog.
En in deze film vind het wonder plaats. Terwijl Forrester en Silvia (een diepgelovige vrouw) schuilen in een kerk en bidden, gaat het mis met de aliens. Op het moment dat de wetenschapper inziet dat wetenschap heeft gefaald en hij bidt tot een hogere macht voor redding, komt er een eind aan de verwoesting15. Forrester’s bekering, symbolisch voor de zuiver analytisch geest doen inzien dat er meer is dan zijn ogen kunnen zien of wetenschap hem kan vertellen, luidt zo de redding van de mensheid in. De Martianen hebben geen weerstand voor Aardse microben en gaan ten onder. Hun technologie faalt: net als in het geval van de mensen blijkt hun vertrouwen in hun eigen wetenschap misplaatst. Het had ze de overwinning moeten geven, maar het bracht ze naar hun dood. De parallel met menselijke technologie, die ook faalt in het beschermen van haar scheppers, is duidelijk. In tegenstelling tot de goddeloze Martianen leert de mensheid op tijd dat er niet teveel vertrouwen in wetenschappelijke vooruitgang gestoken moet worden. De natuur – of God, in ieder geval een hogere macht – is nog steeds heer en meester. Niemand kan zich aan haar wil onttrekken, ongeacht hun wetenschappelijk peil.
Dit einde is atypisch voor het alien invasion subgenre. In de meeste andere films wist de wetenschap zich wel als redder van de mensheid te profileren. Op alle andere vlakken (scientist hero, verbond tussen leger en wetenschappers, analyseren van de indringers) is The War of the Worlds echter wel een typische alien invasion film.

1 Biskind 1983: 120-121
2 Jancovich 1996: 30
3 Lucanio 1987: 56
4 Biskind 1983: 102
5 Sobchack, Vivian Carol. The limits of infinity: the American science fiction film 1950-75. New Jersey: A.S. Burnes and Co. Inc., 1980: p. 121
6 Biskind 1983: 102
7 Lucanio 1987: 25-44
8 Jancovich 1996: 26
9 Noonan 2003: 65
10 Biskind 1983: 154
11 War of the Worlds, The. Reg. Byron Haskin. Paramount Pictures, 1953.
12 War of the Worlds, The. 1953.
13 Jancovich 1996: 55-56
14 Brosnan 1978: 92
15 Jancovich 1996: 56

Geen opmerkingen:

Een reactie posten