zaterdag 3 maart 2012

First Flights in the Science Fiction Genre




I'm a bit pressed for time today, so I'm not gonna discuss a movie in-depth at presently, but I didn't want to ignore my beloved blog. I could of course continue posting my academic paper on science fiction movies of the Fifties, but I felt like doing something else. Therefore I'm now posting this semi-review, or brief article or whatever you want to call it, on Destination Moon and Rocketship X-M, the pair of movies that started it all in the Fifties (and thanks for that!). The timing for posting this is impeccable, considering it sort of bridges a gap in my paper, which only briefly mentions these movies, despite them being of major importance to the genre in this particular period in movie history. In fact, their absence made me write a follow-up on this first paper, one which I ended up being much more contented with because it felt much more complete (it should because it was a great deal longer). Again, it's written in Dutch, but I can provide translations (of sorts) when this is asked of me.



Destination Moon/Rocketship X-M

Destination Moon: ***/*****
Rocketship X-M: ***/*****

Als er één filmgenre was dat in de vijftiger jaren prominenter aanwezig was dan in andere (zowel voorgaande als volgende) decennia, dan was het 't sciencefictiongenre. Waar sciencefictionfilms slechts sporadisch werden geproduceerd in de jaren dertig en veertig, en de hoeveelheid 'fiction' vrijwel altijd het gehalte 'science' flink overtrof, steeg het genre in de jaren vijftig tot ongekende hoogten en ging het een geheel eigen leven leiden. Dat was vooral te danken aan de tijdsgeest, waarin elementen als de UFO-rage en de 'space race' de interesse van het publiek voor avonturen in hogere sferen flink aanwakkerden. Maar bij welke film begon de opkomst van het sciencefictiongenre nu precies? 
 
Technisch gezien ligt de oorsprong van deze explosieve ontwikkeling bij George Pals Destination Moon, uitgebracht in 1950. Deze film was bedoeld als serieuze blik op de destijdse ontwikkelingen in de ruimtevaarttechniek en de mogelijkheid om mensen in een raket het uitspansel in te sturen. Hierbij schuwde men niet om ruimtevaart zo accuraat mogelijk te portretteren, waardoor Destination Moon ongetwijfeld de meest realistische van alle sciencefictionfilms van het decennium werd. Bovendien bleek de film profetisch, want de maanlanding in 1969 verliep op haast dezelfde wijze als Pal in zijn film weergaf. Destination Moon bleek een groot succes – en won onder andere een Oscar voor beste special effects – en zorgde ervoor dat sciencefiction bijna tien jaar lang een graag geziene gast werd in bioscopen over de hele wereld.



Desondanks was Destination Moon niet de eerste sciencefictionfilm van het decennium. Die eer gaat naar een low budget-film genaamd Rocketship X-M. De situatie ligt als volgt: zodra producent Robert Lippert lucht kreeg van Pals ambitieuze project besloot hij erop in te springen en gaf hij opdracht om zo snel mogelijk een vergelijkbare film in elkaar te knutselen om in te cashen op het verwachte toekomstige succes van de concurrent. Het door Kurt Neumann geregisseerde Rocketship X-M was het resultaat en bereikte de bioscopen slechts een paar weken eerder dan haar tegenhanger. Het is dan ook niet merkwaardig dat beide films overeenkomsten vertonen (zeer tot Pals onvrede uiteraard). Ook Rocketship X-M handelt over de eerste ruimtevlucht per raket die de mensheid onderneemt, op weg naar de maan (hoewel de X-M door warrige omstandigheden eindigt op Mars, om nog enig blijk van onderscheid te maken tussen beide films). En ook in deze film is een evenredige balans tussen 'science' en 'fiction' aanwezig: hoewel de film snel in elkaar gedraaid is blijkt de wetenschappelijke kant niet genegeerd te zijn. 

Natuurlijk zijn er ook de nodige verschillen tussen beide ruimtevaartfilms. Deze blijven niet beperkt tot de uiterlijke kwaliteit, die vanzelfsprekend hoger ligt bij Destination Moon dan bij Rocketship X-M. Waar de laatste zich bijvoorbeeld bedient van zwart/wit materiaal met rood getinte film voor de scènes op Mars, werd de eerstgenoemde volledig voorzien van Technicolor. En hoewel Pals productie er met een Oscar vandoor ging werd Neumanns werk niet eens genomineerd. Vooral de inhoudelijke verschillen zijn echter aanzienlijk, en daarmee wordt niet zozeer de algehele plot bedoeld als wel de ideologische achtergrond. 

Destination Moon is hoofdzakelijk utopisch en ziet technologie als een groot goed waarmee de mens zich steeds verder in positieve zin kan ontwikkelen: de negatieve kanten van techniek, waar men juist in de vijftiger jaren zo huiverig voor was gezien de angst voor de atoombom en de wetenschap die haar ontwikkeld had, worden hier vrijwel volledig achterwege gelaten. Rocketship X-M is pessimistischer en laat wel degelijk ruimte om naast de voordelen van technologie ook haar nadelen te tonen. De film draagt een sterk anti-nucleaire boodschap, wanneer de bemanning van de X-M op Mars in contact komt met een eens hoog ontwikkelde beschaving die verwoest is door atoomoorlogen, waarop haar bevolking is gereduceerd tot een handjevol schamele, verminkte holbewoners. Bovendien kaart deze film ook een tweede belangrijk thema aan, namelijk de emancipatie van de vrouw: onder de bemanning van de X-M bevindt zich een vrouwelijke wetenschapper die minstens zo capabel is als haar collegae en de bezwaren tegen haar deelname aan de reis fel weerspreekt. Vrouwen hebben net zoveel recht op de ruimte als mannen, meent Rocketship X-M, terwijl vrouwen in Destination Moon amper aanwezig zijn, laat staan dat ze meegaan op de trip naar de maan. In zoverre geeft Rocketship X-M de tijdsgeest van de jaren vijftig breder weer dan Destination Moon doet. 


Ook wat betreft vermaak doet Rocketship X-M niet onder voor Destination Moon. De plot van de eerste bevat meer vaart, en blijft minder lang steken in wetenschappelijke behandelingen van de werking van een raket, hoe educatief deze ook waren voor het publiek van de jaren vijftig. Waar Destination Moon het in de eerste helft van de film moet doen met politieke intriges rond een 'vijandige mogendheid' die de ruimtereis tegenwerkt, heeft Rocketship X-M in hetzelfde tijdsbestek al de nodige meteorietenregens en technische mankementen achter de rug. Ook de confrontatie met de mutanten op Mars biedt hoofdzakelijk actie ter compensatie van het wetenschappelijke gebrabbel tussendoor. Desondanks hebben beide films te kampen met de nodige problemen om een onderhoudende balans te vinden tussen wetenschappelijke dialoog en actie: pratende hoofden die langdurig de technische details rond het ruimtereizen onder de loep nemen vormen meermaals een obstakel voor de aandacht van het publiek. En ondanks het sterke karakter van de vrouw in Rocketship X-M (gespeeld door een overtuigend wetenschappelijke want stoïsche Osa Massen) vervalt de film uiteindelijk toch in een clichématig romantisch subplot naarmate het einde van de film nadert. Maar wat een einde... Destination Moon steekt de loftrompet over technologie op, waardoor alles uiteindelijk verloopt volgens plan, maar Rocketship X-M met haar terechte twijfels over de staat van wetenschappelijke ontwikkeling in de vijftiger jaren bedient zich van een bijzonder onheilspellend einde, zij het met enige hoop voor de toekomst: de X-M bereikt de Aarde niet op haar terugreis en gaat met de voltallige bemanning ten onder. Desondanks besluiten de wetenschappers aan de top vol te houden en een tweede raket te bouwen. Met een dergelijke sombere finale voorzien van toch dat sprankje hoop vormt de film welhaast een uitzondering in het genre in dit decennium, aangezien geen andere sciencefictionfilm destijds met een soortgelijk negatief einde aan kwam zetten.

Het duo Destination Moon en Rocketship X-M vormt een degelijke start voor de snelle ontwikkeling van het sciencefictiongenre dat zich in de volgende jaren voordeed. Beide films zijn niet perfect, maar educatief verantwoord en onderhoudend genoeg om de opkomst van het genre te rechtvaardigen, en daarmee mede verantwoordelijk voor de diverse klassieke genrefilms die de daaropvolgende jaren het bioscoopscherm sierden en nog steeds terecht populair zijn: van The Day the Earth Stood Still (1951) tot Forbidden Planet (1956), de basis lag hier. Zowel Pal als Neumann waren verantwoordelijk voor enkele van zulke sciencefiction-klassiekers: Pal vierde triomfen met epische films als When Worlds Collide (1951) en The War of the Worlds (1953), terwijl Neumann in low-budget films bleef werken en Kronos (1957) en The Fly (1958) regisseerde. De hoeveelheid realistische wetenschap bleef echter niet zo sterk gehandhaafd in het genre als het in deze films aanwezig was, waardoor Destination Moon en Rocketship X-M nog steeds vrijwel enig in hun soort zijn – afgezien van elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten