I'm a bit pressed for time today, so I'm not gonna discuss a movie in-depth at presently, but I didn't want to ignore my beloved blog. I could of course continue posting my academic paper on science fiction movies of the Fifties, but I felt like doing something else. Therefore I'm now posting this semi-review, or brief article or whatever you want to call it, on Destination Moon and Rocketship X-M, the pair of movies that started it all in the Fifties (and thanks for that!). The timing for posting this is impeccable, considering it sort of bridges a gap in my paper, which only briefly mentions these movies, despite them being of major importance to the genre in this particular period in movie history. In fact, their absence made me write a follow-up on this first paper, one which I ended up being much more contented with because it felt much more complete (it should because it was a great deal longer). Again, it's written in Dutch, but I can provide translations (of sorts) when this is asked of me.
Destination Moon/Rocketship X-M
Destination Moon: ***/*****
Rocketship X-M: ***/*****
Als er één
filmgenre was dat in de vijftiger jaren prominenter aanwezig was dan
in andere (zowel voorgaande als volgende) decennia, dan was het 't
sciencefictiongenre. Waar sciencefictionfilms slechts sporadisch
werden geproduceerd in de jaren dertig en veertig, en de hoeveelheid
'fiction' vrijwel altijd het gehalte 'science' flink overtrof, steeg
het genre in de jaren vijftig tot ongekende hoogten en ging het een
geheel eigen leven leiden. Dat was vooral te danken aan de
tijdsgeest, waarin elementen als de UFO-rage en de 'space
race' de interesse van
het publiek voor avonturen in hogere sferen flink aanwakkerden. Maar
bij welke film begon de opkomst van het sciencefictiongenre nu
precies?
Technisch
gezien ligt de oorsprong van deze explosieve ontwikkeling bij George
Pals Destination Moon,
uitgebracht in 1950.
Deze film was bedoeld als serieuze blik op de destijdse
ontwikkelingen in de ruimtevaarttechniek en de mogelijkheid om mensen
in een raket het uitspansel in te sturen. Hierbij schuwde men niet om
ruimtevaart zo accuraat mogelijk te portretteren, waardoor
Destination Moon
ongetwijfeld de meest realistische van alle sciencefictionfilms van
het decennium werd. Bovendien bleek de film profetisch, want de
maanlanding in 1969 verliep op haast dezelfde wijze als Pal in zijn
film weergaf. Destination
Moon bleek een groot
succes – en won onder andere een Oscar voor beste special
effects – en zorgde
ervoor dat sciencefiction bijna tien jaar lang een graag geziene gast
werd in bioscopen over de hele wereld.
Desondanks was Destination Moon
niet de eerste sciencefictionfilm van het decennium. Die eer gaat
naar een low budget-film genaamd Rocketship X-M. De
situatie ligt als volgt: zodra producent Robert Lippert lucht kreeg
van Pals ambitieuze project besloot hij erop in te springen en gaf
hij opdracht om zo snel mogelijk een vergelijkbare film in elkaar te
knutselen om in te cashen op het verwachte toekomstige succes van de
concurrent. Het door Kurt Neumann geregisseerde Rocketship X-M
was het resultaat en bereikte de bioscopen slechts een paar weken
eerder dan haar tegenhanger. Het is dan ook niet merkwaardig dat
beide films overeenkomsten vertonen (zeer tot Pals onvrede
uiteraard). Ook Rocketship X-M handelt over de eerste
ruimtevlucht per raket die de mensheid onderneemt, op weg naar de
maan (hoewel de X-M door warrige omstandigheden eindigt op Mars, om
nog enig blijk van onderscheid te maken tussen beide films). En ook
in deze film is een evenredige balans tussen 'science' en 'fiction'
aanwezig: hoewel de film snel in elkaar gedraaid is blijkt de
wetenschappelijke kant niet genegeerd te zijn.
Natuurlijk zijn er ook de nodige
verschillen tussen beide ruimtevaartfilms. Deze blijven niet beperkt
tot de uiterlijke kwaliteit, die vanzelfsprekend hoger ligt bij
Destination Moon dan bij Rocketship X-M. Waar de
laatste zich bijvoorbeeld bedient van zwart/wit materiaal met rood
getinte film voor de scènes op Mars, werd de eerstgenoemde volledig
voorzien van Technicolor. En hoewel Pals productie er met een Oscar
vandoor ging werd Neumanns werk niet eens genomineerd. Vooral de
inhoudelijke verschillen zijn echter aanzienlijk, en daarmee wordt
niet zozeer de algehele plot bedoeld als wel de ideologische
achtergrond.
Destination Moon is
hoofdzakelijk utopisch en ziet technologie als een groot goed waarmee
de mens zich steeds verder in positieve zin kan ontwikkelen: de
negatieve kanten van techniek, waar men juist in de vijftiger jaren
zo huiverig voor was gezien de angst voor de atoombom en de
wetenschap die haar ontwikkeld had, worden hier vrijwel volledig
achterwege gelaten. Rocketship X-M is pessimistischer en laat
wel degelijk ruimte om naast de voordelen van technologie ook haar
nadelen te tonen. De film draagt een sterk anti-nucleaire boodschap,
wanneer de bemanning van de X-M op Mars in contact komt met een eens
hoog ontwikkelde beschaving die verwoest is door atoomoorlogen,
waarop haar bevolking is gereduceerd tot een handjevol schamele,
verminkte holbewoners. Bovendien kaart deze film ook een tweede
belangrijk thema aan, namelijk de emancipatie van de vrouw: onder de
bemanning van de X-M bevindt zich een vrouwelijke wetenschapper die
minstens zo capabel is als haar collegae en de bezwaren tegen haar
deelname aan de reis fel weerspreekt. Vrouwen hebben net zoveel recht
op de ruimte als mannen, meent Rocketship X-M, terwijl vrouwen
in Destination Moon amper aanwezig zijn, laat staan dat ze
meegaan op de trip naar de maan. In zoverre geeft Rocketship X-M
de tijdsgeest van de jaren vijftig breder weer dan Destination
Moon doet.
Ook wat betreft vermaak doet
Rocketship X-M niet onder voor Destination Moon. De
plot van de eerste bevat meer vaart, en blijft minder lang steken in
wetenschappelijke behandelingen van de werking van een raket, hoe
educatief deze ook waren voor het publiek van de jaren vijftig. Waar
Destination Moon het in de eerste helft van de film moet doen
met politieke intriges rond een 'vijandige mogendheid' die de
ruimtereis tegenwerkt, heeft Rocketship X-M in hetzelfde
tijdsbestek al de nodige meteorietenregens en technische mankementen
achter de rug. Ook de confrontatie met de mutanten op Mars biedt
hoofdzakelijk actie ter compensatie van het wetenschappelijke
gebrabbel tussendoor. Desondanks hebben beide films te kampen met de
nodige problemen om een onderhoudende balans te vinden tussen
wetenschappelijke dialoog en actie: pratende hoofden die langdurig de
technische details rond het ruimtereizen onder de loep nemen vormen
meermaals een obstakel voor de aandacht van het publiek. En ondanks
het sterke karakter van de vrouw in Rocketship X-M (gespeeld
door een overtuigend wetenschappelijke want stoïsche Osa Massen)
vervalt de film uiteindelijk toch in een clichématig romantisch
subplot naarmate het einde van de film nadert. Maar wat een einde...
Destination Moon steekt de loftrompet over technologie op,
waardoor alles uiteindelijk verloopt volgens plan, maar Rocketship
X-M met haar terechte twijfels over de staat van
wetenschappelijke ontwikkeling in de vijftiger jaren bedient zich van
een bijzonder onheilspellend einde, zij het met enige hoop voor de
toekomst: de X-M bereikt de Aarde niet op haar terugreis en gaat met
de voltallige bemanning ten onder. Desondanks besluiten de
wetenschappers aan de top vol te houden en een tweede raket te
bouwen. Met een dergelijke sombere finale voorzien van toch dat
sprankje hoop vormt de film welhaast een uitzondering in het genre in
dit decennium, aangezien geen andere sciencefictionfilm destijds met
een soortgelijk negatief einde aan kwam zetten.
Het duo Destination Moon en
Rocketship X-M vormt een degelijke start voor de snelle
ontwikkeling van het sciencefictiongenre dat zich in de volgende
jaren voordeed. Beide films zijn niet perfect, maar educatief
verantwoord en onderhoudend genoeg om de opkomst van het genre te
rechtvaardigen, en daarmee mede verantwoordelijk voor de diverse
klassieke genrefilms die de daaropvolgende jaren het bioscoopscherm
sierden en nog steeds terecht populair zijn: van The Day the Earth
Stood Still (1951) tot Forbidden Planet (1956), de basis
lag hier. Zowel Pal als Neumann waren verantwoordelijk voor enkele
van zulke sciencefiction-klassiekers: Pal vierde triomfen met epische
films als When Worlds Collide (1951) en The War of the
Worlds (1953), terwijl Neumann in low-budget films bleef werken
en Kronos (1957) en The Fly (1958) regisseerde. De
hoeveelheid realistische wetenschap bleef echter niet zo sterk
gehandhaafd in het genre als het in deze films aanwezig was, waardoor
Destination Moon en Rocketship X-M nog steeds vrijwel
enig in hun soort zijn – afgezien van elkaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten