vrijdag 30 december 2016

De Vijf Slechtste Films van 2016...

Tussen al het fraais dat de Nederlandse bioscopen haalde zaten helaas ook een aantal titels die beter niet uitgebracht hadden kunnen worden, maar helaas door snode geesten in de distributiebranche toch een bioscooprelease gegund werd. Mij viel de twijfelachtige eer ten deel om het vijftal cinematische drollen hieronder aan te zien, hetzij omdat ik er een recensie over moest schrijven (altijd leuk, gif spuien over een waardeloos gedrocht), hetzij omdat ik in een sadomasochistische of domweg onwetende bui verkeerde. Mensen met ook maar een greintje smaak kunnen deze beschouwing voor hun eigen gemoedsrust beter in zijn geheel overslaan, maar diegenen die zich interesseren voor mijn eigen bescheiden mening treffen hieronder de vijf grootste zeperds van het jaar 2016 aan. Links laten liggen is het devies.




5: Ben-Hur (Timur Bekmambetov, VS)

'Die onsterfelijke klassieker uit 1959 is nodig toe aan een remake, teneinde de blijde boodschap van het gospel wederom onder de massa te verspreiden', dacht de Evangelische producent LightWorks. Oei, dachten ze dat fout! Deze herbewerking van het elf Oscars winnende epos van weleer voegt absoluut niets toe aan het origineel en deed niets dat de vorige film niet beter deed. Hoewel de Here Christus meer schermtijd heeft gekregen (en dit keer bovendien Zijn gezicht herkenbaar in beeld wordt gebracht, zodat we kunnen zien dat het dezelfde acteur is als die kwade keizer vol bling-bling uit 300) is de speelduur vergeleken met de superieure versie amper half zo lang. Beknibbeld is er niet op de zeeslag en de wagenrennen, die er nog acceptabel uitzien ondanks het te hoge digitale gehalte. Wel is er opmerkelijk minder geld gestoken in het scenario en de personages, die plompverloren door de Antieke Wereld slenteren en een steevast fletse indruk maken. Zelfs Morgan Freeman tilt de film niet naar een hoger plan, en dat is beangstigend (hij speelde weliswaar God in Bruce Almighty, maar Gods zegen rust geenszins op dit wanproduct). Niet verrassend vloog deze peperdure productie aan de box-office net zo hard uit de bocht als de bad guy tijdens de wagenrennen.




4: The Sea of Trees (Gus van Sant, VS)

Maar liefst twee films over het intrigerende Japanse 'zelfmoordbos' Aokigahara bereikten ons dit jaar. De ene, The Forest, was een matige thriller met die rondborstige chick uit Game of Thrones. De andere, The Sea of Trees, was zo mogelijk nog slechter. Het betreft een serieus drama van een gerespecteerd regisseur, maar dat is de film nergens aan te zien. Het plot is zowel magertjes als voorspelbaar en blijkt een onsamenhangende mix van Oosterse mystiek, Westerse religie, schaamteloos melodrama en weinig enerverende thriller. Matthew McConaughey kijkt constant verveeld om zich heen op zoek naar een niet te vinden uitdaging voor zijn talent, terwijl Ken Watanabe eens te meer zijn status bevestigt ziet als de enige Japanner die Hollywood kent. Erg jammer, want uit het gegeven van een daadwerkelijk bestaand bos waar men massaal zelfmoord pleegt moet toch een fascinerender film dan dit te distilleren zijn?




3: The 9th Life of Louis Drax (Alexandre Aja, VS/Canada)

Met Horns leverde Aja een geinig en bizar allegaartje op. Met The 9th Life of Louis Drax probeert hij dat kunstje te herhalen, maar het wil niet lukken. De film is een tenenkrommend rommeltje. Absurdistische humor wordt geforceerd gepaard met weinig indrukwekkende spanning rond een zeemonster, overgoten met een ridicuul verpleegsterromannetjesplot waarin de onrealistisch sexy dokter (die vieze zweepjesman uit Fifty Shades of Grey) er met de fraaie moeder van het in coma liggende jonge slachtoffer uit de titel vandoor gaat. Plotwendingen in overvloed, maar ofwel komen ze niet als verrassing of ze zijn te belachelijk voor woorden. Dat de film tegen het einde toe opeens een opvallend serieuze lading omtrent een controversieel maatschappelijk thema krijgt, maakt de kijker vooral boos. De film is te veel in conflict met zichzelf en zwiept alle kanten uit, maar geen enkele richting blijkt de juiste.




2: Shut In (Farren Blackburn, Canada/Frankrijk)

In contrast met de vorige prutfilm, die te veel surprises behelst staat deze irritant conservatieve horrorfilm, die bovenal geen verrassingen lijkt te willen omvatten. Het plot is van begin tot einde een oefening in voorspelbaarheid, waardoor ook de schrikmomenten één voor één doodvallen. En daaraan wordt een topactrice als Naomi Watts schaamteloos verspild. Erg jammer, en bovendien is Shut In exemplarisch voor de staat van het horrorgenre in 2016, waarbij vooral de saaie, 'been there, done that' titels een release kregen en vernieuwende verrassingen als The Witch en Bone Tomahawk direct naar VOD-kanalen verbannen werden.


1: Dirty Grandpa (Dan Mazer, VS)

Het dieptepunt van 2016 is gelijk ook het dieptepunt in de lange loopbaan van de haast legendarische Robert de Niro. In deze pijnlijk onleuke poging tot hilariteit speelt hij de titelfiguur, een oude gluiperd die eigenlijk alleen maar seks met veel jongere meisjes wil hebben en daarvoor zijn relatie met zijn kleinzoon misbruikt. Vervolgens worden we onderworpen aan een eindeloze reeks grappen over ofwel drugs of seks, of allebei tegelijk. Kan iemand mij uitleggen wat er grappig is aan Zac Efron (zijn aanwezigheid is sowieso altijd al een indicatie dat we beter een andere komedie kunnen opzoeken) die De Niro's geslachtsorgaan in zijn gezicht geduwd krijgt? De Niro had waarschijnlijk een welkome afwisseling van de diverse zware drama's die zijn carrière rijk is voor ogen, maar zet zichzelf compleet voor schut en sleept anderen, zoals de ontegenzeggelijk komisch talentvolle Aubrey Plaza, mee in deze beerput van slechte smaak en Amerikaanse seksuele onzekerheden. Plaatsvervangende schaamte regeert tijdens de hele speelduur van dit abominabele misbaksel. Ik zie een hele hoop Razzies in het verschiet van dit verwerpelijke gedrocht...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten