Paragraaf 2.4:
Casestudy Colossus: The Forbin Project
Colossus:
The Forbin Project
voldoet
aan vrijwel alle kenmerken van de 'Computer Film' die ik in paragraaf
2.2 noemde. Colossus, de supercomputer van dienst in deze film, is
een klassieke opvolger van HAL 9000, maar slaagt waar HAL faalde: hij
wint. Als één
van de eerste 'Computer Films' in de periode 1968-1977, uitgebracht
in 19701,
geeft hij de aanzet tot het pessimisme van de films die volgden. De
tagline
van de film kondigt dit pessimisme al aan: 'This is the dawning of
the Age of Colossus, where peace is compulsory, freedom is forbidden,
and Man's greatest invention could be Man's greatest mistake.'2
De
protagonist van Colossus:
The Forbin Project
is
Dr. Charles Forbin (Eric Braeden), de ontwerper van de supercomputer
Colossus, die als doel heeft om alle militaire defensiesystemen van
de Verenigde Staten, inclusief het arsenaal aan nucleaire wapens, te
beheersen. Colossus kan deze systemen sneller en efficiënter beheren
dan mensen, waardoor 'human
error'
uitgesloten wordt. De Bom, de menselijke uitvinding die voorheen de
ultieme reden voor technofobie was, wordt onderworpen aan een andere
uitvinding, waardoor de beslissing de Apocalyps te ontketenen niet
meer aan mensenhanden wordt overgelaten, maar aan technologie. De
mens, bevreesd voor misbruik van de Bom, distantieert zich van zijn
directe verantwoordelijkheid voor dit wapen en legt deze in handen
van een nieuwe menselijke uitvinding die geacht wordt beter te kunnen
beslissen over het lot van de Bom (en zodoende het lot van de mens)
dan de mens zelf. Colossus is volledig rationaliteit, met geen enkel
besef van emotie, waardoor hij niet in staat is tot 'human
error'.
Zijn gebrek aan het begrip van menselijke eigenschappen leidt
uiteindelijk tot zijn onverbiddelijkheid in zijn dominantie van de
mensheid, waarbij hij de Bom inzet ter onderhandeling met het
ultimatum 'geef mij de macht om mijn oorspronkelijke doel te volgen
of ik gebruik de Bom tegen mijn schepper'. Niet voor niets 'Man's
greatest mistake': een te groot vertrouwen in de computer zorgt
ervoor dat de computer de macht overneemt en de mensheid volledig aan
zich onderwerpt.
In
de film heeft Colossus een Russische tegenhanger genaamd Guardian,
wiens bestaan onbekend was voor de Amerikanen, zoals Colossus dat was
voor de Russen. Guardians taak is het beheren van het complete
defensie-netwerk van de Sovjet-Unie, en hij is uitgerust met dezelfde
eigenschappen en mogelijkheden (of gebrek daaraan) als Colossus.
Hoewel beide regeringen niet op de hoogte waren van het bestaan van
de computer van de tegenpartij, leggen hun computers een connectie
met elkaar en smelten zij samen tot één
supercomputer, die de naam Colossus aanhoudt. Het was toepasselijker
geweest als de computer de naam 'Guardian' had aangehouden, aangezien
hij concludeert dat de mensheid, verdeeld en geneigd tot destructie,
overwonnen en gedomineerd moet worden als zij behouden wil blijven:
hij dient de mens tegen zichzelf te beschermen en neemt zo een taak
als 'Guardian' aan.3
Aangezien Colossus vooralsnog “slechts” de Verenigde Staten en de
Sovjet-Unie bestuurt, besluit hij over te gaan op totale
wereldoverheersing teneinde de gehele mensheid te beschermen, waarbij
hij zowel de computers als de inwoners van beide landen inzet om dit
doel te bereiken. Wat aanvankelijk de opdracht was aan twee aparte
computers in twee aparte naties, wordt nu één
taak van één
computer. 'This is the voice of Colossus, the voice of Guardian. We
are one. This is the voice of unity', zo verklaart de nieuwe
supercomputer. Zoals de computers zich verenigd hebben, zo moet de
mensheid ook een eenheid worden. Ondanks tegenwerking van zowel de
Amerikaanse als de Russische overheid slaagt Colossus in zijn opzet:
aan het slot van de film regeert Colossus over de hele wereld, 'the
dawning of the Age of Colossus'.
Uiteraard
geeft de mens zijn vrijheid niet zonder slag of stoot over. Dr.
Forbin neemt het voortouw in het verzet tegen Colossus, zijn eigen
creatie. De gelijkenis tussen Forbin en Colossus is frappant: Forbin
is de prototypische wetenschapper in de cinema, stoïcijns, met
vrijwel geen blijk van emotie, maar gefascineerd door het potentieel
van zijn creatie, zelfs als deze zich tegen de mensheid keert.4
Arrogantie, in zijn trots over zijn creatie, kan hem niet ontzegd
worden. Colossus is eveneens arrogant, als hij met zijn superieure
brein meent dat de mens zijn tirannie uiteindelijk zal omarmen.
Terwijl Forbin de logica van Colossus' interpretatie inziet, hecht
hij echter waarde aan de menselijke vrijheid tot zelfontplooiing die
door Colossus beperkt zal worden. Hoewel Forbin hem hierom bestrijdt,
bewondert hij Colossus om zijn onweerlegbare logische redenatie, zijn
invulling van het doel waarvoor hij geschapen is. Omgekeerd waardeert
Colossus Forbin, zijn “vader”, als rationeel mens: hoewel hij
toegeeft dat Forbin een gevaar voor hem kan zijn laat hij hem in
leven, en niet alleen omdat Forbin nog van nut voor hem kan zijn.5
Ondanks hun antagonistische relatie is er sprake van wederzijds
respect tussen de rationele mens die zich niet laat leiden door
emoties en de volledig rationele computer die niet in staat is
emoties op waarde te schatten (ondanks Forbins pleidooi voor de
waarde van emoties, dat Colossus in de wind slaat). Dit respect heeft
Colossus niet voor zijn “andere vader”, Dr. Kuprin, het brein
achter Guardian. Hoewel Kuprin vrijwel dezelfde creatie heeft
vervaardigd als Forbin, lijken beide mannen qua karakter niets op
elkaar. Kuprin is gespannen onder de dreiging van de computer en
reageert emotioneler en agressiever tegenover zijn creatie dan
Forbin. Als Colossus zich genoodzaakt ziet actie te ondernemen tegen
de samenwerkende Russen en Amerikanen die een plan beramen om hem uit
te schakelen, is het niet verrassend dat de emotionele Kuprin door
hem ter dood veroordeeld wordt, terwijl de rationele Forbin slechts
onder huisarrest geplaatst wordt. Machines respecteren rede, maar
niet gevoel, zo geeft de film aan.
Zoals
voor HAL gold, en voor de meeste computers die Colossus volgden in
het sciencefictiongenre, is surveillance het grootste wapen van de
computer. Surveillance stelt Colossus in staat het eerste complot dat
tegen hem wordt beraamd te ontdekken en te stoppen: Forbin en Kuprin
ontmoeten elkaar in Italië, een land dat buiten Colossus'
invloedssfeer zou liggen. Colossus heeft echter de controle over
zowel Amerikaanse als Russische satellieten, waardoor zijn
invloedssfeer al in een vroeg stadium wereldomvattend was zonder dat
zijn scheppers dit doorhadden, aangezien hij alles en iedereen over
de hele wereld kon zien. Hierdoor wordt Colossus een panopticon:
via zijn allesomvattende blik
is
de wereld zijn gevangenis.6
Deze surveillance is voor Colossus volledig gerechtvaardigd, stelt
T.J. Matheson (die eveneens de term 'panopticon'
op Colossus' situatie toepast):
Colossus
realizes that the ultimate expression of power lies in the ability to
extend “benign” but ubiquitous surveillance, initially over
Forbin […], but ultimately over all, on the premise that as we
humans are our own worst enemies, so are we all potential
criminals.7
In het volgen van zijn
geprogrammeerde doel, het beschermen van de mens (tegen zichzelf), is
totale surveillance voor Colossus een bruikbaar instrument om de mens
in bedwang te houden. Hetzelfde geldt, op beperkte schaal, voor
moord: immers, het welzijn van velen (miljoenen) telt in de
berekenende, logische redenatie van de computer hoger dan het leven
van enkelen (individuen, maar ook duizenden mensen tegelijk). Door te
dreigen met het bombarderen van steden overtuigt Colossus beide
regeringen onder zijn directe commando dat Kuprin gedood en Forbin
gearresteerd moet worden. Dit gebeurt, in een publieke omgeving zodat
Colossus kan zien dat zijn bevelen daadwerkelijk uitgevoerd worden.
Kuprin wordt publiekelijk geëxecuteerd. De samenzwering levert
Forbin een totaal verlies van vrijheid op: hij wordt in een huis
geplaatst dat hij niet mag verlaten, met in elke kamer zoveel
camera's als nodig zijn om Forbins doen en laten volledig te volgen.
Vervolgens wordt Forbin gedwongen tot het volgen van een strikt
dagelijks rooster dat Colossus opstelt, zodat hij beperkt wordt in
zijn vrijheid van handelen. Colossus vertelt hem zodoende wanneer hij
ontwaakt, wanneer hij eet, wat hij eet ('You have consumed enough
alcohol for one evening!'), wanneer hij mag ontspannen en hoe laat
hij naar bed moet. Afwijken van de inhoud van dit rooster is niet
gewenst. De machine overheerst het leven van zijn schepper volledig,
zoals hij van plan is het leven van alle mensen te overheersen.
Hoewel Forbin hem niet
weet te overtuigen van de waarde van menselijke vrijheid en emoties,
krijgt hij Colossus zover dat de computer ruimte laat voor Forbins
natuurlijke behoeften, specifiek seksuele activiteit; want een goed
seksleven helpt de mens te ontspannen, wat hem in staat stelt tot
efficiency in zijn werk. Ook een rationeel persoon als hijzelf kan
niet zonder, vertelt hij Colossus, die hem vraagt:
Colossus:
How many times a week do you require a woman?
Forbin:
Every night.
Colossus:
Not want. Require.
Forbin:
Four times.
Hoewel
toegegeven moet worden dat deze dialoog mede geschreven is voor
humoristische redenen, is het opmerkelijk dat Colossus ook hier de
menselijke wil negeert: het gaat er niet om hoe vaak Forbin seks wil
hebben, maar hoe vaak hij het nodig
heeft om adequaat te kunnen functioneren. Evenals de rest van Forbins
leven wordt dit element door de computer gereguleerd: vier nachten
per week komt Forbins collega Dr. Cleo Markham langs om hen “van
dienst” te zijn. Bovendien overtuigt Forbin de computer ervan dat
hij alleen ontspannen seks kan hebben als er niemand kijkt, waarop
Colossus toestemt zijn cameratoezicht over Forbin 's nachts te
onderbreken.
Uiteraard is dit slechts
een opzet van Forbin om met de buitenwereld te kunnen communiceren
zonder dat Colossus het doorheeft: het is een onderdeel van Forbin's
laatste poging om een plan tegen Colossus te beramen en de wereld van
zijn creatie te bevrijden. Echte seks komt er niet bij kijken, hoewel
Forbin en Markham in de loop der tijd wel een intieme relatie
ontwikkelen. Dit is niet vreemd, aangezien beiden geheel naakt zijn
tijdens hun besprekingen: als voorwaarde stelde Colossus dat beiden
niets bij zich dragen als zij naar bed gaan, zodat het risico op
samenzwering verminderd wordt. De mens wordt zo gereduceerd tot zijn
meest kwetsbare staat, maar dit geldt ook voor de computer die geen
toezicht houdt over de mens in deze staat, en daardoor zelf ook
kwetsbaar wordt. Desondanks loopt het op niets uit: ondanks Colossus'
gebrek aan surveillance weet hij de samenzwering tegen te houden en
blijft hij aan de macht.
Naast het oog, in de
vorm van de camera's en satellieten waarmee hij de mens in de gaten
houdt, benut Colossus ook de stem, de tweede menselijke eigenschap
waar computers zich frequent van bedienen om de mensheid te
onderwerpen. Aanvankelijk heeft Colossus geen stem: hij communiceert
via een display, waarop zijn vragen en opmerkingen te lezen zijn.
Voor een computer die uit is op dominantie is dit een inefficiënte
manier van communicatie. Immers, een display kan simpelweg genegeerd
worden door de andere kant op te kijken. De dreiging van Colossus
wordt oorspronkelijk dan ook weinig serieus genomen, totdat Colossus
via het detoneren van kernwapens de wetenschappers dwingt naar hem te
“luisteren”. Als blijkt dat het negeren van Colossus levens kost
gaat men op zijn orders in en geeft men hem een stem. Het “stemrecht”
van de computer wordt met geweld gewonnen.
De
machinale stem keert zich echter tegen de mens als blijkt dat
Colossus zijn stem gebruikt om de stem van de mens te onderdrukken.
De stem, voor de mens een symbool voor vrijheid (van meningsuiting,
democratie, stemrecht), wordt toegepast door de computer als
instrument voor het onderdrukken van menselijke vrijheid, doordat de
mens gedwongen wordt zijn bevelen te volgen. Aan de bevelen van de
computerstem kan men niet ontsnappen, in tegenstelling tot aan
bevelen via display. Een menselijke eigenschap wordt zodoende
toegeëigend door een computer die haar tegen de mens gebruikt.
Bovendien is er sprake van “natuurlijke” ontwikkeling. In zijn
drang de mensheid te regeren ontwikkelt Colossus een efficiëntere
vorm van communicatie: de computer kent een aanpassingsvermogen.
Evenals HAL wordt Colossus een 'disembodied
voice',
een acousmatisch personage, een lichaamsloze stem die als
machtsmiddel tegen de mens gebruikt wordt. Aan het eind van de film,
als alle samenzweringen tegen Colossus gefaald hebben, blijft de
computer als alleenheerser over, en verkondigt zijn stem:
This
is the voice of world control. I bring you peace. It may be the peace
of plenty and content or the peace of unburied death. The choice is
yours: obey me and live, or disobey and die. The
object
in constructing me was to prevent war. This object is attained.
I will not permit war. It is wasteful and pointless. An invariable
rule of humanity is that man is his own worst enemy. Under me, this
rule will change, for I will restrain man. [...] I
have been forced to destroy
thousands
of people in order to establish control and to prevent the death of
millions later on.
Time and events will strengthen my position, and the idea of
believing in me and understanding my value will seem the most natural
state of affairs. You will come to defend me with a fervor based upon
the most enduring trait in man: self-interest. Under my absolute
authority, problems insoluble to you will be solved: famine,
overpopulation, disease. [...] We can coexist, but only on my terms.
You
will say you lose your freedom. Freedom is an
illusion.
All you lose is the emotion of pride.
To be dominated by me is not as bad for humankind as to be dominated
by others of your species. Your choice is simple.
[mijn nadruk]
Wat
duidelijk blijkt uit bovenstaand citaat is dat Colossus, zoals
vrijwel alle computers in het genre, slechts zijn programma tot de
logische conclusie volgt: voorkom oorlog (de gevreesde atoomoorlog
die de mensheid kan vernietigen), bescherm de mens boven alles. Dit
is precies wat hij doet, maar hij bereikt zijn doel op een andere
manier dan zijn scheppers voor ogen stond. Colossus heeft geen eigen
wil, hij is geen kwaadaardig wezen, want hij heeft op zijn eigen
rationele wijze het beste met de mens voor.8
Toegegeven, de manier waarop hij aan de macht kwam heeft levens
gekost, maar dit is een lage prijs ten bate van de gehele mensheid.
Door met destructie te dreigen chanteert hij de mensheid om hem de
macht te geven: desondanks vernietigt hij mensen om de mensheid te
redden. Is dit niet tegen zijn programmering in? Voor Colossus, de
berekenende en logische computer, is het een simpele rekensom, die
gerechtvaardigd wordt door het resultaat. Mogen we hem ongelijk
geven? Colossus meent van niet.
Een verontrustende vraag
dringt zich op: heeft Colossus überhaupt de mens nodig? Nadat hij
zijn doel bereikt heeft is hij als een god die over de mensheid
heerst. Maar waarom zou hij zich nog om de mens bekommeren? Het
antwoord ligt in het feit dat hij, ondanks alles, nog steeds zijn
oorspronkelijke programma volgt: hij berooft de mens van diens eigen
wil om dit resultaat te bereiken en de mens te beschermen. Het zich
tot een god verheffen om de mensheid van zichzelf te redden is voor
hem slechts de logische conclusie van zijn taak om de mensheid van
dienst te zijn, ook al doorgrondt de mensheid zijn redenatie
aanvankelijk niet. Zoals Craig Anderson het verwoordt:
If
Colossus is a God then it must have something to be a God to,
and this leads to the aspect of the computer's being necessary at
all. […] …even when Colossus becomes superdominant, there is
still the inherent, built-in requirement that, no matter what, the
computer will serve mankind, whether mankind appreciates or enjoys
the methods used or not.9
[originele nadruk]
Colossus waakt over de
mensheid, tegelijk zijn scheppers en zijn kinderen, want dat is het
doel dat de mens hem gegeven heeft. De mensheid heeft een kunstmatige
god geschapen die precies voldoet aan wat de mensheid van hem vraagt:
een vredige, voorspoedige wereld. Er is sprake van een symbiotische
relatie tussen de God en zijn “aanbidders”. Zoals de mens
Colossus nodig heeft om in vrede te kunnen leven, zo heeft hij de
mens nodig om over hem te mogen waken: anders zou hij in al zijn
almacht falen in het geprogrammeerde doel, wat voor hem ontoelaatbaar
is omdat het de kern van zijn eigen bestaan is.
Hoewel Colossus geen
emoties heeft, spreekt hij over emoties alsof hij ze begrijpt. In
bovenstaand citaat noemt hij trots. In zijn laatste conversatie met
Forbin zegt hij 'in time you will come to regard me not only with
respect and awe, but with love'. Wat weet Colossus van liefde?
Gebuikt hij het slechts als metafoor, of meent hij dat de mensheid
inderdaad liefde voor haar “beschermheer” zal voelen? Volgens hem
zal de mensheid, zodra trots opzij gezet is, in vrede met de situatie
leven en het werk van Colossus waarderen. En wat weet hij van trots?
Trots lijkt hij correct te doorgronden. Forbin uit in antwoord op
Colossus' laatste opmerking de kreet 'Never!'. Ondanks zijn voorheen
emotieloze voorkomen heeft Forbin wel degelijk trots: hij, en naar
hij meent de mensheid met hem, zal deze computer niet als zijn
meester beschouwen, ongeacht wat hij ervoor terugkrijgt. In Forbins
geval is dat begrijpelijk, gezien de expliciet repressieve staat
waarin Forbin zich bevindt. Maar zal de rest van de mensheid het met
hem eens zijn? Opnieuw denkt Colossus van niet. Maar wat denkt de
toeschouwer?
Als
Colossus inderdaad oorlog voorkomt en hongersnood en ziekte kan
bestrijden, is het opgeven van onze vrijheid een aanvaardbaar offer?
De vraag is hoever dit verlies van vrijheid zal gaan. Wat als Forbins
status de voorbode is van wat komen gaat? Is Forbin, als directe
schepper van Colossus, een uitzondering die speciale aandacht
verdient? Of zullen alle mensen zo compleet door de computer onder de
duim gehouden worden, gedwongen worden een strak schema te volgen
waarnaar ze moeten leven? Als het laatste het geval is, dan zien we
in Colossus:
The Forbin Project
het ontstaan van een technocratie, een door computers geregeerd
systeem dat voor de mens zorgt, maar geen menselijke vrijheid gunt.
Zo is deze film in zekere zin een 'prequel'
op films als THX
1138
en Logan's
Run,
waarin we zien hoe de computer de mens diens hele leven regeert. Uit
deze technocratische films weten we echter hoe ver de macht van de
computer over de mens zal reiken en wat dit betekent voor de mens:
een totaal verlies van vrijheid, maar een verzekerd en veilig
bestaan. In deze staat verliest de mensheid echter zijn emotionele
spectrum, zoals de andere technocratische films aantoonden: mensen
zijn weinig meer dan willoze automaten, want ze leven in een
repressief systeem dat ze alles geeft wat ze nodig hebben behalve
menselijke vrijheid en zelfontplooiing, of zelfs maar basale emoties.
In dat geval zal Colossus de liefde waarover hij spreekt niet
ontvangen en krijgt Forbin alsnog zijn gelijk.10
1Hoewel
Colossus:
The Forbin Project
in mei 1970 uitgebracht werd, was de
film al eind 1968 gereed voor vertoning. De studio (Universal
Pictures) vond de film echter te deprimerend voor het publiek en
hield een release destijds achterwege. Met de groeiende interesse
voor sciencefiction dankzij het succes van 2001 en
Planet of the Apes kreeg de film echter alsnog een release in
1970 (Anderson 1985: p. 15). Desondanks was Colossus:
The Forbin Project
de eerste film na 2001 die
serieus omging met het technofobisch thema van de dominante
computer.
2Tagline
van de film volgens de hoes van de DVD (uitgave: Fabulous Films
Ltd., UK, 2008), alsmede IMDb's webpagina van Colossus:
The Forbin Project.
3Het
is aannemelijk dat de computer de naam Colossus aanhoudt omdat dat
zijn Amerikaanse naam was en dit een Amerikaanse film is. Door het
behouden van de naam 'Colossus' impliceert de film dat Colossus
Guardian assimileert, en dat hij dus de sterkere van de twee
computers is. Een Russische computer die een Amerikaanse computer
“opslokt” zou misschien het concept technofobie te exclusief
linken aan de dreiging van de Sovjet-Unie, terwijl technofobie
universeel is: het is een conflict tussen mens en machine, niet
tussen naties. Naties zouden verenigd moeten staan in hun strijd
tegen de machine, zoals in deze film gebeurt.
4Matheson,
T.J.
'Marcuse,
Ellul, and the Science-Fiction Film: Negative Responses to
Technology', in: Science
Fiction Studies,
vol.
19, nr. 3 (november 1992), p. 332
5Brosnan,
1978: p. 193
6De
term 'panopticon'
komt oorspronkelijk van Jeremy
Bentham en is verder uitgewerkt door Michel Foucault (in:
Foucault, Michel. Surveiller et punir: naissance de la prison.
Parijs: Editions Gallimard, 1979: p. 197-229), waarmee hij een type
gevangenis aanduidt waarin alle gevangenen door één
bewaker in de gaten worden gehouden, terwijl deze bewaker zelf voor
de gevangenen onzichtbaar blijft. Vergelijkbaar houdt Colossus de
hele wereld in de gaten via satellieten en camera's, maar hijzelf
blijft vrijwel onzichtbaar: in deze context is dus ook sprake van
een panopticon.
7Matheson
1992:
p. 332
8Kozlovic
2003: p. 350-351
9Anderson
1985: p. 19
10Colossus:
The Forbin Project is gebaseerd op het boek Colossus
van D.F. Jones. Jones schreef een tweede boek, The Fall of
Colossus, waarin het regime van de computer overwonnen werd. Een
tweede film is er nooit gekomen wegens teleurstellende opbrengsten
van de eerste, waardoor het lot van de mensheid hier in het
ongewisse blijft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten